Quantcast
Channel: Taalprof Plein
Viewing all articles
Browse latest Browse all 53

De mogelijkheid van een kans

$
0
0
Waar veel mensen langdurig met elkaar praten, daar vind je op den duur alles terug wat de taal interessant maakt. In Nederland (en in veel andere landen) praten veel mensen langdurig met elkaar over voetbal, dus in gesprekken over voetbal vind je op den duur alles terug wat de taal interessant maakt. Dit is een ijzeren wet, waar ik nog nooit een tegenvoorbeeld van ben tegengekomen.

Dat wil overigens nog niet zeggen dat mensen die over voetbal praten en daarbij op iets talig interessants stuiten, zich daarvan bewust zijn. En al helemaal niet dat ze daar nog een zinnig woord over kunnen zeggen. Daar heb je dan weer een beetje grammaticale kennis voor nodig.

In het voetbal heb je kansen en mogelijkheden. De kenners weten wat ik bedoel. Een speler die een kans mist, krijgt na de wedstrijd op zijn kop van de trainer, maar een mogelijkheid is wat anders. Een mogelijkheid, daar moet je nog maar een kans van zien te maken, en als dat lukt is het mooi, maar het wordt je niet aangerekend als je mogelijkheden laat liggen.

Het onderscheid wordt door insiders toegeschreven aan Louis van Gaal, bijvoorbeeld in een artikel over voetbaltaal van Kees van der Zwan in Onze Taal, en op internet in columns en commentaren. Over de betekenis bestaat minder eenstemmigheid. Iedereen lijkt het er wel zo'n beetje over eens dat een kans "groter" ("kansrijker") is dan een mogelijkheid, maar hoe dat precies zit weet niemand scherp te omschrijven. Wanhopig vluchten de commentatoren in omschrijvingen met aanhalingstekens (zoals "kansrijker") of in tautologische termen. Zo lezen we ergens: 'een mogelijkheid is een potentiële kans.' De vanzelfsprekendheid hiervan blijkt alsje het vreemde woord potentieel vervangt door zijn synonieme "gewone" tegenhanger: 'een mogelijkheid is een mogelijke kans.' En volgens wikipedia is een mogelijkheid dan weer synoniem aan een halve kans, en gaat de mogelijkheid altijd aan de kans vooraf.

Al deze pogingen tot betekenisomschrijving roepen -al dan niet bewust- het beeld op van een verzonnen onderscheid, waarmee voetbaltrainers (en dan in het bijzonder Louis van Gaal) alleen maar interessant proberen te doen. Een kunstmatig verschil dus, alleen door ingewijden gebruikt, en zelfs die weten waarschijnlijk niet precies waarover ze het hebben. Ik kan bewijzen dat dit beeld niet klopt. Naar mijn idee zit het onderscheid tussen kans en mogelijkheid al eeuwenlang in de taal opgesloten.

Een taalkundige zal het betekenisonderscheid tussen kans en mogelijkheid meteen karakteriseren als een modaal betekenisonderscheid. Het gaat hier om een bepaalde soort modaliteit, namelijk de waarschijnlijkheid dat er iets gaat gebeuren (in dit geval: dat er een doelpunt gemaakt wordt). Die waarschijnlijkheid kan groter of kleiner zijn, in een glijdende schaal. De twee uiteinden van de schaal kun je met hulpwerkwoorden uitdrukken: er kan een doelpunt vallen, of er moet een doelpunt vallen. Het Nederlands is heel sterk in allerlei kleine woordjes en constructies waarmee je andere punten op die schaal kunt uitdrukken: er kan wel eens een doelpunt vallen, er kan best een doelpunt vallen, er kan heel goed een doelpunt vallen, het kan niet anders dan dat er een doelpunt valt. En vanuit het andere uiteinde: er moet wel een doelpunt vallen, er moet eigenlijk een doelpunt vallen (maar hier kom je ook heel snel in de wenselijkheid terecht: er moet nou toch eindelijk eens een keer een doelpunt vallen).

Wie dit snapt, ziet meteen wat er aan de hand is met kansen en mogelijkheden: de mogelijkheid is minder waarschijnlijk dan de kans. De kans heeft een grotere waarschijnlijkheid op een doelpunt dan de mogelijkheid. Door te spreken over een kans druk je dus uit dat het jouw inschatting is (want waarschijnlijkheidsmodaliteit gaat over inschatting) dat er een grote waarschijnlijkheid op een doelpunt is. Spreek je over een mogelijkheid, dan geef je aan dat het weliswaar jouw inschatting is dat er een zekere waarschijnlijkheid op een doelpunt is, maar dat die minimaal is.

Met een beetje grammaticale terminologie wordt het verschil tussen kans en mogelijkheid dus glashelder en eenvoudig. Maar is dat dan niet toch iets willekeurigs, dat Louis van Gaal uit zijn duim gezogen heeft? Ik denk het niet.

Kijk eens naar de betekenisomschrijvingen van het woord kans en mogelijkheid in de woordenboeken. En dan met name in de wat oudere woordenboeken, nog vóórdat Louis van Gaal zijn invloed op de voetbaltaal kon doen gelden. Zeker, daaruit blijkt dat kans en mogelijkheid (bijna) synoniem zijn. Maar kijk naar de subtiele signalen, bijvoorbeeld in het WNT, bij betekenisomschrijving 3 van kans: 'Mogelijkheid, waarschijnlijkheid dat iets gebeuren zal; dikwijls bepaaldelijk: dat iets gunstig zal uitvallen. Zeer vaak in 't mv., t.w. wanneer men de verschillende (gunstige) mogelijkheden die zich bij iets kunnen voordoen, in beschouwing neemt.' 

De betekenis van kans is wel mogelijkheid, maar 'dikwijls bepaaldelijk' in positieve zin: de kans verwijst naar een positief resultaat, vanuit de oorspronkelijke betekenis 'toevallige gunstige gebeurtenis' die het Nederlands aan het Frans ontleende. Het woord mogelijkheid is veel neutraler. In het WNT komt het alleen voor als afleiding van mogelijk, dat als eerste betekenis het neutrale 'kunnende geschieden, of kunnende gedaan worden' heeft. 

Dat de kans dichter bij het doelpunt ligt dan de mogelijkheid, daarvan ligt de kiem dus al in een betekenisverschil dat al zeker honderd jaar bestaat (het WNT is honderd jaar oud, en het woord kans is in de Middeleeuwen aan het Frans ontleend). Maar ook in de huidige taal is dat betekenisonderscheid nog wel aan te voelen. Natuurlijk overlappen de twee woorden in hun gebruikswijze. Je kunt net zo goed spreken over de mogelijkheid dat je de griep krijgt, als over de kans dat je de griep krijgt. En wanneer je het over een 'baan met mogelijkheden' hebt, dan gaat het wel degelijk om de suggestie van positieve resultaten en niet over neutrale gevolgen. Maar toch: neem een gebeurtenis die je als positief of negatief kunt waarderen, combineer hem met kans en mogelijkheid en beoordeel het verschil. Waarmee laat je een positieve houding zien en waarmee houd je je op de vlakte: als je spreekt over de kans op zwangerschap of de mogelijkheid van zwangerschap?

Taal gebruik je op je gevoel, of je nou over zwangerschap of over voetbal praat. Daarbij hanteer je subtiele betekenisverschillen, zonder dat je je daarvan bewust bent. Soms struikel je over zo'n verschil, en krijg je een discussie over wat er precies aan de hand is. Het is daar, dat een beetje grammaticale kennis goed van pas kan komen. Ik weet het wel, de kans is klein dat mensen zich hierom massaal in de grammatica gaan verdiepen, maar de taalprof grijpt natuurlijk elke mogelijkheid aan.

 





Viewing all articles
Browse latest Browse all 53

Trending Articles


Te koop: Helmersstraat 40, Den Haag


13-05-2021 Henri Ruitenbeek 55j te Amersfoort


Te koop: Uranusstraat 3, Amsterdam


berner sennen pups


Te koop: Oudemolenseweg 12, Gasteren


afschrijving naar NL48RABO0132394782


Te koop: Lakerinksweg 6, Overdinkel


Te koop: Diekeveenseweg 8 a, Westerbork


Noodloop sprinter code P2263 (Mercedes-Benz)


Soms in de noodloop tijdens het rijden P0091 (Iveco)