Quantcast
Channel: Taalprof Plein
Viewing all articles
Browse latest Browse all 53

Vergeef de taalprof voor wat hij schrijft

$
0
0
Wat valt je op aan de volgende zin? Het is een citaat uit De Volkskrant van 7 november 2013: Studenten worden overal in begeleid, gementort, begrepen en voor hun fouten vergeven. Ja, er staat een spelfout in het woord gementort, dat is goed geantwoord (gementord moet met een -d omdat het bij verlenging de gementorde studenten is en niet de gementorte studenten). Maar los daarvan, wat valt je op als je die zin hoort?

De taalprof viel heel erg dat voor hun fouten vergeven op. Jou niet? Wat eigenaardig!

De hele zin zit natuurlijk wel ingewikkeld in elkaar, met die nevenschikking en samentrekking. Het is om te beginnen al niet helemaal duidelijk waar de grenzen liggen. De studenten worden overal in begeleid, dat is helder, maar dan: worden ze ook overal in gementord of hoort dat overal in alleen bij begeleid? En worden ze ook overal in begrepen of worden ze alleen maar begrepen zonder meer? Ik heb de indruk eigenlijk dat overal in in elk geval wel bij begrepen bedoeld is, maar dan moet het ook bij gementord. Het hoort in ieder geval niet bij voor hun fouten vergeven. Of is het ook studenten worden overal in voor hun fouten vergeven?

Dat is al een ding, maar wat is dat eigenlijk voor een constructie, studenten worden voor hun fouten vergeven?Moet dat niet zijn Studenten worden hun fouten vergeven? Het is toch ook Ons worden onze fouten vergeven? Of kun je ook hebben Wij worden voor onze fouten vergeven? Ja, nou begint de taalprof zelf ook te twijfelen!

Een ding is zeker: de oorsprong van de constructie met het werkwoord vergeven in de betekenis kwijtschelden ligt in de vorm waarbij de zaak het lijdend voorwerp is, en de zondaar het meewerkend voorwerp. Een fout, of een schuld, wordt vergeven, en dat gebeurt met betrekking tot (aan, voor, bij, welk voorzetsel erbij past is onduidelijk) een persoon.

De constructie iemand iets vergeven heeft dus de oudste papieren. Maar daarnaast is iemand vergeven natuurlijk ook heel gewoon. Daarin lijkt iemand de rol van het lijdend voorwerp te hebben overgenomen. Bij een lijdende vorm wordt het dan ook onderwerp: Wij werden allemaal tegelijk vergeven en niet Ons werd allemaal tegelijk vergeven. 

Daarnaast heb je ook het zelfstandig naamwoord vergiffenis. Dat verschijnt niet, zoals je zou verwachten, uitsluitend met het voorzetsel van (de vergiffenis van onze fouten), maar vooral met het voorzetsel voor. En niet alleen met de zondaar erachter (vergiffenis voor allen), maar ook met datgene wat vergeven wordt (vergiffenis voor onze fouten). Wat zullen we nou krijgen?

Eigenlijk is dat het omgekeerde van wat je zou verwachten. Je zou denken: alsin iemand iets vergeven het zinsdeel iemand het meewerkend voorwerp is, dan zal daar het voorzetsel voor bij passen. Dus in vergiffenis voor X is X de zondaar. Maar het is juist meestal de zonde.

Zoals ik al zei, studenten worden voor hun fouten vergeven kwam op mij vreemd over. Heb ik soms iets tegen de combinatie iemand voor iets vergeven?Inderdaad, dat klinkt mij vreemd in de oren. Maar als er sprake is van een bijzin kies ik toch weer voor: Vergeef mij voor wat ik gezegd heb vind ik beter dan Vergeef mij wat ik gezegd heb. 

Die zin Vergeef mij voor wat ik gezegd heb, is voor wat ik gezegd heb daar een voorzetselvoorwerp? Je zou het zeggen. Maar bij nader inzien geloof ik dat niet. Het kan natuurlijk ook een bijwoordelijke bepaling van beperking zijn: Vergeef mij, en dat dan beperkt door voor wat ik gezegd heb. Dan betekent het iets als "vergeef mij, maar dan alleen, of meer precies, met betrekking tot wat ik gezegd heb."

In aansluiting op deze gevallen heb je ook een constructie met voor gevolgd door een tijdsbepaling: vergeef mij voor al die momenten dat ik er niet was. De betekenis is hier duidelijk niet dat er alleen maar tijdseenheden te vergeven zijn, het gaat om de dingen die er gedaan zijn, of nagelaten zijn, tijdens die momenten. Die moeten vergeven worden.

Ik heb de indruk dat in de constructie iemand vergeven een eventuele voor-bepaling gebruikt kan worden, die de vergeving koppelt aan momenten waarop er iets gebeurd is. Iemand vergeven voor wat hij doet, iemand vergeven voor de momenten dat hij iets doet. Dat betekent dan niet meteen dat die voor-bepaling het voorwerp wordt. Met andere woorden, dan heb je nog niet iemand voor iets vergeven.

Dat in iemand vergeven voor wat hij gezegd heeft het zinsdeel voor wat hij gezegd heeft niet meteen het voorzetselvoorwerp is, kun je ook nog argumenteren met de observatie dat het vrijwel onmogelijk is om een geval van voorlopig voorzetselvoorwerp te construeren. Het is niet Vergeef mij ervoor dat ik dat gezegd heb, maar veel eerder Vergeef mij dat ik dat gezegd heb (met meewerkend en lijdend voorwerp). Met andere woorden: in Vergeef mij voor wat ik gezegd heb is voor wat ik gezegd heb waarschijnlijk een bijwoordelijke bepaling.

Dat gezegd hebbende, constateer ik op het internet, vooral op de recentere pagina's, en vooral in religieuze contexten, dat Vergeef ons voor onze fouten wel degelijk voorkomt. En niet alleen in religieuze contexten. In 2010 zong rapper Mite-M reeds: Veeg me tranen weg schat, vergeef me voor mijn fouten.Vergeef me voor die avond, ik vergat van je te houden. Dat laat aan grammaticale duidelijkheid ook vrij weinig te wensen over.

Misschien zijn we dus getuige van een taalontwikkeling. Van een constructie met meewerkend voorwerp en lijdend voorwerp (iemand iets vergeven) op weg naar lijdend voorwerp en voorzetselvoorwerp (iemand voor iets vergeven). In mijn taalgevoel zijn we daar nog niet. Maar het kan hard gaan. 



Viewing all articles
Browse latest Browse all 53